een gedeelte van het verhaal van Jan Vennix is waar als je zowel zuiger gestuurde, roterende inlaten als membraan inlaten beschouwd.
het gaat om de pompkracht van het carter.
deze pompkracht moet in staat zijn om een MINIMALE snelheid in een carburateur te halen anders werkt het venturi effect niet en maak je geen perfect mengsel ONDER deze minimale snelheid krijg je dan mogelijk wel lucht binnen maar daar zit te weinig plofstof in.

Bij een gegeven carter constructie is dan bekend wat de pompkracht kan zijn ( Solex is OH ZOH beroerd)
je kunt dan de pompkracht helpen door eerst onderdruk in je carter te creeren en dan de klep in een keer open te zetten ( zuigersturing of roterende inlaat) dan knalt de onderdruk in 1 keer buitenlucht naar binnen met hopelijk de gewenste snelheid. hoe kleiner de carburateur hoe groter het "inknal" effect dat moet je dus op elkaar afstemmen
Inkorten van de zuiger heeft daarom 2 effecten die elkaar iets tegen werken, bij een kortere zuiger is de onderdruk in het carter bij opengaan lager waardoor het "inknal" effect minder is maar wel is de instroomtijd langer.
verbeteren van het "inknal" effect doe je oa met betere krukas afdichtingen en een vollere krukas
om bij roterende inlaten het "inknal"effect te krijgen ga je hem niet zo uithappen dat hij al precies opengaat bij de zuiger in het ODP ( wat theoretisch wel leuk zou zijn want de zuiger gaat vanaf dat ogenblik toch zuigen WANT hij gaat dan toch omhoog ?) maar om pas ca 40 graden NA ODP het inlaat kanaal open te sturen, dan heb je al onderdruk.
Bij membraaninlaten tune je de klepjes op voorspanning zodat ze pas bij een zekere onderdruk open gaan hoewel het ook blijkt te werken als je klepjes gebruikt die zelfs al licht iets open staan, maar dan tune je op resonantie en dat is niks voor solex

Voor 50 cc zijn tot aan 32 mm carburateurs in gebruik, DIE hebben pas pompkracht.

Last edited by Joan; 22/09/14 02:20 PM.

Groeten Just One Anomalous Nerd (J.O.A.N.)